BIOL 3305 Lecture Notes - Lecture 38: Sonic Hedgehog, Transforming Growth Factor Beta, Homeobox Protein Nanog
Document Summary
De interacie tussen twee soorten naburige cellen van verschillende achtergrond en andere eigenschappen heet inducie. Een inducer geet vaak een signaal af in de vorm van een eiwit: een paracriene factor. De responder vangt een signaal op met zijn receptor. De mogelijkheid om op een signaal te reageren is competence. Bij de vorming van de lens lijkt het opische blaasje d inducer te zijn, maar het anteriore ectoderm is al ge nduceerd door het voordarm endoderm en het hart-vormende mesoderm. Het opische blaasje geet twee paracriene factoren af: bmp4 (induceert sox2) en fgf8 (induceert l-maf). Verder is pax6 nog nodig voor de lensvorming. De oogbeker is de inducer, de ooglens de responder. Regionale speciiciteit van inducie: het mesenchym is verantwoordelijk voor hoe het epitheel zich gaat speciiceren. Geneische speciiciteit van inducie: het mesenchym geet het epitheel instrucies welke genen er aangezet moeten worden. Het epitheel kan hieraan voldoen zolang het genoom dit toestaat.